BOUW- en LICHTSYMBOLIEK

 

In de Vrijmetselarij wordt gebruik gemaakt van de Bouw- en Lichtsymboliek.
De werktuigen die in de bouw gebruikt worden, zijn symbolen om aan jezelf te werken.

Symbolen zijn bedoeld om zonder woorden iets te duiden en te begrijpen.
Daardoor kan door eenieder aan de gebruikte symbolen een eigen interpretatie worden gegeven.
Ze bieden ruimte om persoonlijk invulling te geven aan waarden en betekenissen die in ritualen centraal staan.

Hierdoor zijn symbolen bij uitstek geschikt voor de Vrijmetselarij, die geen dogma’s bevat. Het zijn als het ware de instrumenten waar mee de Vrijmetselaar aan zichzelf werkt, evenals vroeger de ambachtsman ruwe stenen bewerkte tot deze pasten in het bouwwerk.

Een leerling-Vrijmetselaar wordt dan ook vergeleken met een ruwe steen, die nog bewerkt moet worden.

Het is de bedoeling een bouwwerk te bouwen van begrip en harmonie .


Net zoals de Bouwsymboliek speelt de Lichtsymboliek een grote rol in de vrijmetselarij.
De drie Grote Lichten van de Vrijmetselarij zijn het boek van de heilige kennis, de passer en de winkelhaak.
De drie Kleine Lichten zijn Wijsheid, Kracht en Schoonheid.
Door de eeuwen heen heeft zich een lichtsymboliek ontwikkeld en wordt de tegenstelling tussen licht en duisternis als een spel tussen tegendelen.

 

 

 terug naar begin